Pfarrverband Raeren – Eynatten – Hauset

Pfarrverband

Raeren - Eynatten - Hauset

Gemeinsam unterwegs

Volgens overlevering heeft het adelsgeslacht „dezer van Eynatten“ in de nabijheid van hun stamburcht in de 12e eeuw een kapel gebouwd. Deze kapel bestond tot in de jaren 1440. De nederzetting Eynatten behoorde in deze tijd toe aan de moederparochie Walhorn. In het jaar 1440 bouwde de gemeente een groter Godshuis genaamd „Johannes den Dooper“, beschermheilige van de parochie.

In 1467 werden twee klokken gekocht. Eén daarvan, de „Mariaklok“ (500kg), is nog steeds in gebruik en is de oudste klok van het kanton Eupen. De tweede klok, de „Johannes-klok“ is bij de kerkbrand van 1950 door de grote hitte gebarsten en werd in 1953 terug in-gesmolten.

Langzaam voltooide zich de scheiding tussen Eynatten en Walhorn. Vanaf het jaar 1676 werd Eynatten als zelfstandige parochie be-schouwd.

Aan het einde van de 17e-, begin 18e eeuw was de kerk in een zeer bouwvallige toestand. In het jaar 1707 werd met de bouw van een nieuwe kerk begonnen. De kerktoren werd van 1733 tot 1736 gebouwd en de twee klokken uit de jaren 1467 werden in de nieuwe klokken-toren aangebracht. In 1775 werd het midden-schip vergroot door de aanbouw van twee zijkapellen. In de toren bevindt zich nog steeds een steen met het jaartal 1681 met de inscriptie „mijn huis is een gebedshuis“. Vermoedelijk is dit een deursteen van de vroegere kerk.
In 1923 werd een herdenkingskapel ter ere van gesneuvelde soldaten aangebouwd. Na de kerk-brand van 1950 werd dit altaar verplaatst naar de buitenmuur achter het koor. Volgens de kerkkroniek valt over de klokken nog te ver-melden dat de „Johannesklok“ uit het jaar 1755 eveneens gebarsten was.

In 1909 werden twee nieuwe klokken verwor-ven, doch tijdens de eerste wereldoorlog (1917) werden die twee klokken in beslag genomen door het Duitse leger. De tijd van het viervoudig luiden was voorbij.

De parochiekerk heeft de vele jaren, met de Franse oorlogen en de twee wereldoorlogen, min of meer goed doorstaan. Dat veranderde door de brand in de nacht van 23 april 1950. Een in de sacristie ontstane brand sloeg snel over op het hoogaltaar, dat totaal vernietigd werd. De hitte ging onder het gewelf door tot op de orgelgalerij en het kostbare orgel (bouwjaar 1907) werd eveneens helemaal vernietigd. De wederopbouw en eveneens de uitbreiding met twee nieuwe zijbeuken, werden gepland en uitgevoerd. Tij-dens de wederopbouw werden de Godsdiensten gehouden in de gemeenteschool en daarna in een fabriekshal in Eynatten.

Op 31 oktober 1954 werd de nieuwe kerk ge-wijd door Biskop Msgr. van Zuylen, en twee nieuwe klokken geschonken. Eén klok, „Heilige Josef“ door burgemeester Breuer en een klok „Johannes de Dooper“ door mevrouw Maria Géron. Door giften kon pastoor Beckers een elektrisch luiwerk kopen.

In 1951 werd in de dorpskern een nieuwe rustplaats voor de overledenen aangelegd. Het oude kerkhof (1619) werd in de 80 jaren hervormd tot een mooi groen plantsoen.

In 1976 blikte Eynatten terug op 300 jaren zelfstandig parochie. Bij deze gelegenheid werd de wens naar en vierde klok geopperd. De financiering werd geregeld. Burgerlijke over-heid, de kerkgemeenschap en vele parochianen waren vrijgevig. Op 2 februari 1977 werd die vierde klok (900kg) gegoten. Op 8 mei 1977 werd ze gewijd en in de nieuwe klokkenstoel opgehangen. Zij draagt de naam „Maria, moeder van de kerk“. Sedert dien verkondigt terug het viervoudig luiden vreugde en leed in de parochie.

Op het einde van het jaar 2000 werd vast-gesteld dat het orgel (bouwjaar 1907) in slechte staat was. Het orgel werd vernieuwd door een firma uit Duitsland. Tot vreugde van de orga-nist, Hans Lachet, en van de ganse parochie was het daarna een genot om naar de har-monische en welluidende klank van het orgel te luisteren.

In september 2004 begon de hervorming en reorganisatie van de verschillende parochies als gevolg van het tekort aan priesters. Zo werden de parochies Raeren, Eynatten en Hauset sa-mengevoegd tot één parochieverband onder lei-ding van pastor Peter Dries.

 

Heil´ger Johannes, grosser Held,
Du fürchtest nicht den Fürst der Welt,
mahnst ihn, es ist Dir nicht erlaubt,
drum fordert man Dein heilig Haupt.

Refrain:
Beschütze uns bei Tag und Nacht,
halt´ über Deine Pfarre Wacht.
Bitt´ Gott für uns um ew´gen Lohn
und führ´ uns hin zu seinem Thron.